Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En zij wederstonden den koning Uzzia, en zeiden tot hem: [38]Het komt u niet toe, Uzzia, den HEERE te roken, maar den priesteren, Aarons zonen, die geheiligd zijn, om te roken; ga uit het [39]heiligdom, want gij hebt overtreden, en het zal u niet tot eer zijn [40]van den HEERE God. 38. Vergelijk Ex.30:7, enz. 39. Zie boven, vs.16, waar dit heiligdom de tempel genaamd wordt. Vergelijk 1 Kon.8:10, en de aantekening. 40. Te weten, omdat Hij het niet voor goed zal aanzien, maar zekerlijk straffen.